Op latere leeftijd raken er steeds meer specialismen bij betrokken, zo ook de kinderpsychologie. “Vanaf de 20 wekenecho hou ik in de gaten hoe het met de ouders gaat”, vertelt kinderpsycholoog Renske Schappin. “Hebben ze last van somberheid of van stress? En hoe kunnen we dit bij het kind en de ouders verminderen? Het kind heeft stabiele ouders nodig, zeker gezien het verdere traject van operatie en intensieve zorg. Uit ons onderzoek blijkt dat ouders dan vaak behoefte hebben aan psychologische ondersteuning, zoals traumabehandeling. Naarmate het kind ouder wordt, vooral na de basisschool, wordt er meer van hem verwacht. En dan zie je dat het wat achterblijft, vooral in de zogeheten hogere cognitieve functies, zoals plannen en onthouden. Ook zijn deze kinderen wat meer emotioneel. Vaak is dit in wisselwerking met de ouders, die wellicht ook wat te beschermend zijn geweest. Waar wij dus vooral op letten is dat het kind optimaal de kans krijgt zich zelfstandig te ontwikkelen.”
Kortom, de ontwikkeling wordt nauwgezet gevolgd. “Zo kunnen we bij elke mijlpaal zien wat het effect is van de opgelopen hersenschade en kunnen we hopelijk waar mogelijk bij achterstand de behandeling aanpassen in de nabije toekomst”, besluit Hans. “Inmiddels doen alle Nederlandse kinderhartcentra mee met ons onderzoek.
Het levenslooponderzoek wordt mede gefinancierd door Stichting Hartekind.