Oogonderzoek bij prematuren retinopathie

Nadat de druppels goed zijn ingewerkt, onderzoekt de oogarts het oog van uw kind. De verpleegkundige assisteert tijdens het onderzoek en zorgt dat uw kind goed en gemakkelijk ligt. Soms vindt het onderzoek niet plaats op de afdeling waar uw kind opgenomen is maar bijvoorbeeld op de polikliniek oogheelkunde.

Om het oog goed open te houden tijdens het onderzoek, wordt een spreidertje tussen de oogleden geplaatst. Dit vinden ouders vaak vervelend om te zien. Om te voorkomen dat uw kind last heeft van het spreidertje, geeft de oogarts vooraf verdovende oogdruppels.

De oogarts onderzoekt het oog en kijkt of er symptomen zijn die op ROP wijzen. Hiervoor schijnt hij met een lampje in het oog en hij kijkt door een loep naar het netvlies. Het onderzoek duurt  ongeveer een kwartier. Tijdens het onderzoek huilen kindjes soms,  omdat zij het felle licht niet prettig vinden.

Door op tijd te behandelen, is het aantal kinderen dat door ROP blind of slechtziend wordt met 50 procent afgenomen. Helaas wordt nog steeds een deel van de behandelde kinderen slechtziend of blind door netvliesafwijkingen of complicaties, zoals bloedingen of een verhoogde oogdruk. Ook is er in de groep kinderen die met succes behandeld zijn, een verhoogde kans op complicaties op een later tijdstip. Dat kan een lui oog zijn of sterke bijziendheid, scheelzien of zelfs een late netvliesloslating.

Mogelijke bijwerkingen

Door de oogdruppels wordt de pupil groter. Er komt dan veel licht binnen in het oog. Dat is niet prettig voor uw kindje. Demp daarom de eerste uren na het oogonderzoek het licht.