Terug

Hooikoorts

Ziektebeeld
  1. Hooikoorts
  2. Symptomen
  3. Oorzaken
  4. Onderzoek en diagnose
  5. Behandeling
  6. Meer weten
  7. Contact

Hooikoorts is een allergie voor stuifmeel van bloeiende bomen of planten. Hooikoorts wordt ook wel pollenallergie genoemd, omdat de pollenkorrels (stuifmeel) de allergie veroorzaken. Kinderen die een erfelijke aanleg voor deze speciale allergie hebben (atopische constitutie), kunnen voor alle soorten stuifmeel allergisch worden. Dit gebeurt pas als het contact met de pollen intens en langdurig is. Hooikoorts komt voor bij ongeveer twee tot vijf procent van de Nederlandse bevolking.  

Symptomen

Door hooikoorts raken vooral de slijmvliezen van de ogen en de neus-, mond- en keelholte geïrriteerd. Uw kind kan ook last hebben van algemene ziekteverschijnselen. De verschijnselen die het meest voorkomen zijn:

  • jeukende neus
  • niezen
  • loopneus en verstopte neus
  • jeukende, branderige en tranende ogen
  • soms hoesten en een pijnlijke keel
  • benauwdheid
  • moeheid
  • een 'grieperig' gevoel

Sommige kinderen hebben een paar van deze klachten, andere hebben er meer. Deze verschijnselen kunnen tegelijk of wisselend aanwezig zijn. Afhankelijk van het aantal ontwikkelde allergieën voor diverse stuifmeelsoorten kan de hooikoortsperiode korter of langer duren. Dit komt door de verschillende bloeiperioden. Meestal krijgt uw kind last van hooikoorts in de maanden mei, juni en juli (grasbloeiperiode), soms vanaf januari tot en met september (voorjaarsbomen, grassen en onkruiden).

Oorzaken

Hooikoorts is een ingewikkeld immunologisch reactiemechanisme. Hooikoorts ontstaat door een reactie van het immuunsysteem op vreemde stoffen. Het is een allergische reactie op stuifmeel van grassen, bomen en planten. Aanleg speelt ook een rol bij hooikoorts. Als een van de ouders hooikoorts heeft, is de kans groter dat uw kind het ook krijgt. Meestal merkt iemand tussen het 15de en 25ste levensjaar voor het eerst dat hij hooikoorts heeft, maar hooikoorts kan ook ontstaan op jongere of latere leeftijd. Hooikoorts komt ook bij kinderen voor.

Onderzoek en diagnose

De arts stelt hooikoorts vast met een:

  • allergiehuidtest (skinpricktest): de arts druppelt een testvloeistof (bijvoorbeeld met graspollen) op de huid van uw kind. Vervolgens prikt hij door de druppel heen een gaatje in de huid. Als uw kind op die plek binnen twintig minuten een rood bultje krijgt, dan heeft hij of zij een allergische reactie op die vloeistof.
  • bloedonderzoek

Behandeling

Voor hooikoorts zijn drie vormen van behandeling:

  • Preventieve behandeling: dit is behandeling om te voorkomen dat uw kind klachten krijgt. Er bestaan vele soorten oogdruppels, neussprays, neusdruppels en inhalatievloeistoffen die ervoor kunnen zorgen dat de slijmvliezen van de ogen, neus en longen minder snel en minder hevig reageren op de pollenprikkels.
  • Symptomatische behandeling: bestrijden van ziekteverschijnselen of symptomen met bijvoorbeeld antihistaminica, corticosteroïden (prednison) en antibiotica. Uit de vele antihistaminica zoeken we een middel dat een optimaal resultaat oplevert en zo weinig mogelijk bijwerkingen heeft. Dit verschilt per persoon.
  • Immunotherapie: als preventieve en symptomatische behandeling onvoldoende effectief zijn, komt uw kind in aanmerking voor immunotherapie.

Wat u en uw kind zelf kunnen doen

Hooikoorts is niet helemaal te voorkomen, omdat er bijna overal stuifmeel is. U kunt tijdens het hooikoortsseizoen de klachten van uw kind wel verminderen door:

  • de ramen van uw huis overdag zoveel mogelijk gesloten te houden,
  • uw kind een zonnebril te laten dragen als het naar buiten gaat,
  • samen met uw kind plaatsen te vermijden waar veel stuifmeel is, zoals duinen, tuinen, parken, weilanden en bossen,
  • geen snijbloemen, veldboeketten of ‘katjes’-dragende siertakken in huis te zetten,
  • geen sterk geurende bloemen of planten in huis te hebben,
  • wat vaseline rond de ogen, neus en mond van uw kind te smeren. Dit beschermt de huid tegen directe prikkeling van de pollen en door de kleefkracht van de zalf houdt het ook pollenkorrels vast, zodat deze minder snel op de slijmvliezen komen

Meer weten

Wat hoort er bij dit ziektebeeld


Zorgkosten

Meer over zorgkosten

Contact

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek allergologie hebt u een verwijzing nodig van de specialist van uw kind.

Polikliniek Allergologie

088 75 540 75 

De polikliniek is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.

Polikliniek Kinderlongziekten

088 75 54 757 

De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur.
Overige contactgegevens

Is uw kind onder behandeling in het CF-centrum en is er een probleem waarvoor u direct advies nodig hebt buiten kantooruren: 06-10880156

Als er zich tijdens de behandeling van de aandoening van uw kind situaties voordoen waarbij u direct advies nodig heeft, dan kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek longziekten: 088-7554757.

Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Verpleegafdeling Panda

Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen via: 

088-7553562
pandasecretariaat@umcutrecht.nl

Mijn patiënt verwijzen
Heeft deze informatie u geholpen?