Infliximab bij chronische darmziekten

Voordat je kan beginnen met infliximab is het belangrijk om infecties (zoals hepatitis B en TBC) uit te sluiten. Deze kun je bij je dragen zonder er last van te hebben. Je afweersysteem zorgt ervoor dat deze ziektes geen klachten geven. Door het gebruik van infliximab kan het ertoe leiden dat deze ziektes actief worden en wel klachten gaan geven. Daarom controleren we je bloed op infecties, voordat je met de behandeling start.

Voor de behandeling met infliximab kom je een paar uur naar de dagbehandeling. Je krijgt infliximab via een infuus in een bloedvat. Hiervoor geven we je een prik in je hand of je arm. Daarna blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten. Aan dit buisje maken we een slangetje vast. We noemen dit een infuus. Via dat buisje komen er bijvoorbeeld medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het infuus bloed afnemen. Voor iedereen is een prik anders. Om te zorgen dat je er minder van voelt, kunnen we je huid verdoven met EMLA® zalf, ook wel toverzalf. De zalf brengen we een uur vooraf aan op de juiste plek.

Doseringen

De hoeveelheid medicijn is afhankelijk van je gewicht en zal hier ook op aangepast worden. Na de eerste behandeling krijg je infliximab vaker:

• 2e keer: twee weken na de eerste behandeling;
• 3e keer: vier weken na de tweede behandeling;
• 4e keer: acht weken na de derde behandeling;
• 5e en daarop volgende keren: steeds met 6-8 weken ertussen.

Soms zien we dat de werkzaamheid van infliximab na verloop van tijd afneemt. Daardoor is het soms nodig om een hogere dosering te gebruiken of om de tijd tussen de infusen te verkorten. Infliximab wordt soms als enige middel tegen de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa gebruikt, maar vaak ook gecombineerd met andere afweeronderdrukkende middelen:

• Azathioprine: dit krijg je in ieder geval 6 maanden;
• Methotrexaat: dit krijg je in ieder geval 6 maanden;
• Mesalazine.

Over de werking van de meeste van deze medicijnen hebben we aparte informatie.

De combinatie van meerdere geneesmiddelen is vaak effectiever, maar geeft ook meer kans op bijwerkingen. Azathioprine geeft een minimaal verhoogde kans op lymfeklierkanker. Daarom wordt vaak overwogen de azathioprine te stoppen als de infliximab voldoende werkt.

Heb je ergens een ontsteking of heb je koorts, vertel dit dan voordat je het infuus krijgt. Ook is het belangrijk dat je aan de verpleegkundige vertelt of je last hebt gehad van bijwerkingen van het vorige infliximab infuus. Als het nodig is beoordeelt je dokter of verpleegkundig specialist of er redenen zijn om het infuus niet te geven of de dosering aan te passen.

Tijdens het gebruik van infliximab is het belangrijk dat je goed op jezelf let. Krijg je verschijnselen van een infectie, zoals wonden, problemen met je gebit, koorts en niet lekker zijn, en gaan ze niet binnen enkele dagen over, neem dan contact op met je huisarts of verpleegkundig specialist.

Meest voorkomend:

• Huiduitslag, jeuk, rillingen, kortademigheid en lagere bloeddruk tijdens het inlopen van het infliximab infuus. Dit kan meestal worden behandeld door het infuus langzamer toe te dienen of tijdelijk te stoppen. Soms is het nodig om medicijnen te geven om deze allergische reactie te behandelen. Een volgende keer worden deze medicijnen dan uit voorzorg gegeven om herhaling van klachten te voorkomen. Meestal zijn de klachten echter mild en kan de behandeling worden voortgezet.
• Milde infecties zoals verkoudheid en griep.
• Hoofdpijn, huiduitslag (netelroos), misselijkheid en diarree.

Zelden:

• Ernstige infecties tijdens de behandeling (circa 1% per jaar). Als je klachten of symptomen hebt die kunnen passen bij een ernstige infectie, zoals hoge koorts, ernstige kortademigheid of hoesten, raadpleeg dan een dokter.
• Bij een behandeling gecombineerd met azathioprine is er een licht verhoogde kans op kanker; zoals lymfeklierkanker of het zeer zeldzame hepatosplenisch T-cellymfoom.

Zeer zelden zijn tijdens anti-TNF behandeling andere autoimmuunziekten ontstaan, zoals multiple sclerose (MS) of systemische lupus erythematosus (SLE). Meld tintelingen, krachtsverlies of slechter zien aan je dokter.

Alcohol, drugs en andere stoffen

Voor je algemene gezondheid adviseren we het gebruik van alcohol en drugs te matigen en niet te gebruiken voor je 18e verjaardag. Drugs kunnen de werking van infliximab beïnvloeden.

Interacties met andere geneesmiddelen

Infliximab kan voor zover bekend veilig worden gebruikt naast andere geneesmiddelen.

Opnieuw starten met infliximab

Na een langere onderbreking van infliximab (van meerdere maanden tot enkele jaren), neemt de kans op infuusreacties of vertraagde overgevoeligheid toe. Laat je dokter weten wanneer je in het verleden met infliximab bent behandeld, dan kunnen er uit voorzorg medicijnen gegeven worden om een allergische reactie te voorkomen. Als er een allergische reactie is, treedt deze meestal op tijdens de toediening van infliximab. De infusie wordt dan gestaakt en indien nodig worden antiallergische medicijnen toegediend. Overgevoeligheidsreacties die pas later klachten geven kunnen ook voorkomen, maar zijn minder heftig. Deze uitgestelde overgevoeligheidsreacties laten zich meestal drie tot twaalf dagen na een infuusbehandeling zien. Klachten kunnen zijn: spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn, koorts, uitslag, jeuk, galbulten, heesheid, droge keel, hoofdpijn en/of zwelling van gezicht, lippen of handen.

Reizen

Tijdens het gebruik van infliximab kan je prima op reis. Let dan wel op het volgende:

• Zorg dat je de infusen goed afstemt op je reisplannen.
• Overleg op tijd met je dokter of je schema aangepast kan/moet worden.
• Vermijd het eten van (vaak onhygiënische) stalletjes op straat en drink alleen maar water uit een fles.
• Haal voordat je op reis gaat een medicijnpaspoort bij de apotheek.
• Vraag je dokter of verpleegkundig specialist om een Engelstalige brief met je ziektegeschiedenis, je huidige medicatie en telefoonnummers voor nood.
• Ga je op reis naar landen met een verhoogd risico op bepaalde infectieziektes, dan raden we aan contact op te nemen met de GGD voor advies over vaccinaties.

Vaccinaties (inentingen)

Vaccinatie met een verzwakt levend vaccin, zoals bof, mazelen, rode hond (BMR), gele koorts of BCG, moeten vermeden worden tijdens het gebruik van infliximab. Infliximab kan de werkzaamheid van sommige soorten vaccins verminderen en de kans op bijwerkingen door de vaccins vergroten. Overleg met je dokter of verpleegkundig specialist wanneer je gevaccineerd moet worden. Bij het gebruik van infliximab voor de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa, adviseren we om in het najaar de griepvaccinatie te halen.

Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding

Voor zover bekend lijkt het gebruik van infliximab tijdens de zwangerschap veilig. Infliximab komt echter ook in het kind. Om je kind zonder infliximab geboren te laten worden, kan je in week 24 van je zwangerschap stoppen met infliximab. Overleg met je dokter wanneer je een zwangerschapswens hebt of zwanger bent en infliximab gebruikt. Vaak geldt dat opvlamming van de ziekte meer risico’s met zich meebrengt in de zwangerschap dan het gebruik van infliximab. Infliximab gaat over in de borstvoeding. In het algemeen wordt geadviseerd om geen borstvoeding te geven. Overigens zijn tot nu toe geen schadelijke gevolgen gevonden bij kinderen die borstvoeding kregen van een moeder die infliximab gebruikte. Tijdens het gebruik van infliximab in combinatie met methotrexaat (MTX), is goede anticonceptie van belang bij vruchtbare meisjes/vrouwen. MTX mag niet tijdens zwangerschap worden gebruikt. Mocht je de wens hebben om zwanger te worden of behoefte hebben aan meer informatie over dit onderwerp, neem dan contact op met je dokter of verpleegkundig specialist.

Als je na het lezen van deze folder nog vragen hebt, neem dan contact op met je dokter of de verpleegkundig specialist.