Uitslaapkamer
U ziet uw kind weer op de uitslaapkamer. Meestal slaapt uw kind nog wat verder na de narcose, maar heel soms moeten kinderen ook huilen en zijn ze overstuur. Uw kind heeft vaak nog een infuus in de hand of voet en er komen een aantal slangetjes uit de buik met zakken eraan. Ook heeft uw kind een blaaskatheter. Uw kind mag in principe vrijwel direct iets lekkers drinken of krijgt een waterijsje. De arts loopt langs om met u te spreken over de operatie.
Afdeling
Als uw kind weer op de verpleegafdeling is, lopen we dagelijks langs tijdens de visite.
Sommige kinderen gaan na de pyelumplastiek (te) veel plassen. Om dit goed bij te houden schrijft de verpleegkundige in de eerste dagen precies op wat uw kind drinkt en hoeveel uw kind plast.
De wond wordt dagelijks gecontroleerd. Deze kan in het begin nog een beetje lekken. Dan komt er een beetje vocht of wat bloed uit het litteken. Dit is niet erg en houdt meestal vanzelf op.
We kijken ook dagelijks of de slangetjes uit de buik goed zitten en of de urine goed afloopt. De urine kan de eerste dagen een beetje bloederig zijn. Het is van belang om goed te drinken.
Samen met collega’s van de anesthesie zorgen we tijdens de opname voor goede pijnstilling. De eerste dagen na de operatie krijgt uw kind vaak pijnstilling via een slangetje in de rug. Na enkele dagen kan deze medicatie meestal gestopt worden en gaat de pijnstilling over op zetpillen of tabletten.
Als de pijnstilling via de rug gestopt kan worden, kan de blaaskatheter verwijderd worden en mag uw kind weer zelf gaan plassen. De wonddrain kan na enkele dagen meestal verwijderd worden. Na ongeveer 4 dagen wordt het slangetje in de nier, de stent, op een dopje gezet. Dit slangetje wordt nog niet verwijderd. De stent blijft nog enkele weken zitten om de nieuwe aankoppeling aan de binnenzijde van het lichaam goed te laten genezen. De stent wordt afgeplakt op de zijde. Een dag nadat de stent op een dopje is gezet, kan uw kind meestal naar huis.
De totale opname duurt gemiddeld 5 dagen.
Herstel thuis
De eerste dagen na ontslag uit het ziekenhuis kan er nog steeds een beetje bloed in de urine zitten. Dit is meestal niet erg. Het is belangrijk om goed te drinken zodat het bloed snel weggespoeld wordt. Als de urine heel bloederig is, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
Plassen kan in het begin een beetje pijnlijk zijn. Dit komt omdat uw kind een tijdje een blaaskatheter heeft gehad. Dit kan wat irritatie van de blaas en plasbuis geven. De klachten gaan meestal vanzelf over.
Zolang de stent nog in de nier zit, is sporten niet toegestaan. Ook wilde spelletjes en trampoline springen moet uw kind niet doen. De splint kan het nierweefsel beschadigen. Er kunnen dan bloedingen ontstaan. Ook kan de splint dan makkelijk per ongeluk uitvallen. Het is belangrijk om elke dag even te controleren of het slangetje nog goed vast zit.
Douchen mag weer als uw kind thuis is. Zwemmen wordt afgeraden zolang de stent nog aanwezig is.
Zolang de stent nog in het lichaam zit, krijgt uw kind dagelijks een lage dosis antibiotica om de kans op een nierbekkenontsteking te verkleinen.
Complicaties
Zelfs wanneer een operatie helemaal goed is gedaan, kunnen er problemen ontstaan. Zulke problemen noemen we complicaties.
Na een pyelumplastiek kan er een blaasontsteking of nierbekkenontsteking ontstaan. Dit wordt vaak gekenmerkt door koorts en/of pijnlijk plassen. Bij een temperatuur boven de 38.5 graden Celsius moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
De wond kan na de operatie gaan ontsteken. Dit wordt vaak gekenmerkt door (uitbreidende) roodheid en pijn ter plaatse van de wond. Ook kan er viezig vocht uit de wond komen. Bij twijfel kunt u contact opnemen met het ziekenhuis. Soms is het nodig om antibiotica te geven zodat de infectie weer overgaat.
Uw kind kan na de operatie weer symptomen krijgen aan de zijde waar de operatie is uitgevoerd. Kort na de operatie kan er nog sprake zijn van tijdelijke zwelling bij de nieuwe aankoppeling waardoor de urine niet goed kan stromen richting de blaas. Ook kan de nieuwe aankoppeling op enig moment weer gaan vernauwen. Soms is hiervoor een nieuwe operatie noodzakelijk.
Bij forse pijnklachten of twijfel kunt u contact opnemen met het ziekenhuis. We zullen dan laagdrempelig een nieuwe echografie van de nier maken.
Vervolgafspraak
Drie weken na de operatie wordt de stent in de zij verwijderd. Dit gebeurt tijdens een korte dag opname op afdeling Kameleon. Uw kind hoeft hiervoor niet onder narcose. Op de dag dat de stent verwijderd wordt, kan ook de antibiotica gestopt worden.
Een controle afspraak op de polikliniek wordt gepland 3 maanden na de operatie. Hierbij wordt het litteken beoordeeld en wordt met een echo gekeken naar de nier. Hierna blijft uw kind periodiek onder controle bij de kinderuroloog of bij een kinderarts.