Vóór de operatie: foto's en de POS-poli
De orthopedisch chirurg heeft samen met jou en je ouders besloten dat een operatie kan helpen. Om goed te kunnen zien wat het resultaat van de operatie is, maken we foto’s van je rug. Dat zijn gewone foto’s. We maken die voor de operatie en na de operatie. Zo zien we of er verschil is.
Een tijdje vóór de operatie aan je rug, heb je een afspraak op de POS-poli. POS-poli is de afkorting van: Pre Operatief Spreekuur. Dat betekent: het spreekuur vóór een onderzoek, behandeling of operatie onder narcose.
Narcose wil zeggen dat je gaat ‘slapen’ met behulp van medicijnen. Je voelt niks van de operatie. We noemen dit slapen, maar eigenlijk is het geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je namelijk niet uit jezelf wakker worden.
De anesthesioloog is de dokter die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt er ook voor dat je weer wakker wordt als de ingreep klaar is. We noemen hem ook wel de slaapdokter.
De POS-poli is in het WKZ op de 1e verdieping.
Op de POS-poli heb je, samen met je ouders een gesprek met de POS-verpleegkundige of met de anesthesioloog zelf.
Wat gebeurt er op de POS-poli?
Op de POS-poli willen ze van alles weten over je gezondheid. Bijvoorbeeld:
- welke ziektes je hebt gehad
- of je koorts hebt
- of je verkouden bent.
Soms meten ze je gewicht, je lengte, je bloeddruk of je hartslag.
Meestal nemen ze wat bloed af om te onderzoeken.
Ze bespreken met jou en je ouders:
- hoe het gaat als je onder narcose gaat.
- hoe jij het beste de narcose kunt krijgen: met een infuus of met een kapje.
- Wat jou kan helpen als je je vervelend voelt of bang bent. Als je tegen de narcose op ziet of er vragen over hebt, bespreek dat dan met de POS-verpleegkundige of de slaapdokter. Heb jij of hebben je ouders behoefte aan voorbereiding en/of begeleiding dan mag je altijd naar de medisch pedagogisch zorgverlener vragen.
Voor ouders: medicijnen
- Gebruikt uw kind bloedverdunningsmiddelen? Dan kan het zijn dat uw kind deze al vóór de operatie niet meer mag nemen. Overleg dit vóór de opnamedag al met de arts.
- Gebruikt uw kind insuline? Dan raden we u aan om met de arts te overleggen. Misschien is het beter de dosis aan te passen.
- Is uw kind allergisch, bijvoorbeeld voor pleisters? Meld dit dan altijd.
- (Kinder)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder)aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder)paracetamol geven.
Kort voor de operatie mag uw kind geen vaccinatie krijgen. We houden de volgende periode aan:
- twee dagen voor de narcose geen DKTP- en meningokokken-vaccinatie
- twee weken voor de narcose geen BMR-vaccinatie
Vóór de operatie
Opname
Eén dag voor de operatie word je opgenomen op de kinderafdeling. Je krijgt dan eerst een rondleiding. Een verpleegkundige vertelt je over de gang van zaken op de verpleegafdeling.
Als je wilt, mag je samen met je ouders al even op de uitslaapkamer kijken. Misschien vind je het fijn om de voorbereidingsspullen nog een keer te bekijken. Dat kan ook op de afdeling.
Bij sommige kinderen komt de fysiotherapeut voor de operatie langs. Hij geeft uitleg over ademhalingsoefeningen. Dat is belangrijk om te doen na de operatie.
De operatie dag
Op de dag van de operatie mag je ’s ochtends niet meer eten en minder drinken. Voor de laatste informatie hierover kijk je op www.hetwkz.nl/nl/operatie-ingreep-onderzoek-onder-anesthesie.
Darmen leeg maken
Voor de operatie moeten je darmen leeg zijn. Je krijgt daarvoor een middel dat helpt om je darmen goed leeg te maken.
Tabletjes
Om ervoor te zorgen dat je na de operatie zo min mogelijk pijn hebt, krijg je van tevoren een paar tabletjes. We weten dan zeker dat ze tijdens de operatie goed zijn ingewerkt.
Naar de operatiekamer
Voordat je naar de operatiekamer gaat, krijg je een operatiejasje aan en een naambandje om je arm. Als je aan de beurt bent, ga je in bed liggen.
Een verpleegkundige en een medisch pedagogisch zorgverlener, brengen je in je bed naar de operatieafdeling. Je vader, moeder of verzorger mogen mee. een van hen blijft bij je totdat je slaapt.
Infuus
Tijdens de operatie is het nodig dat je vocht toegediend krijgt. Dat doen we via een infuus. De anesthesioloog brengt het infuus in.
Wat is een infuus?
Je krijgt een infuus. Hiervoor geven we je een prik in je hand of je arm. Daarna blijft er een dun, plastic buisje in je bloedvat zitten.
Aan dit buisje maken we een slangetje vast. We noemen dit een infuus. Via dat buisje komen er bijvoorbeeld medicijnen in je lichaam. Ook kunnen we via het
infuus bloed afnemen. Voor iedereen is een prik anders. Om te zorgen dat je er minder van voelt, kunnen we je huid verdoven met EMLA® zalf, ook wel toverzalf. De zalf brengen we een uur vooraf aan op de
juiste plek. Als het infuus goed zit krijg je meestal een spalkje: met verband maken we een stevig, langwerpig kussentje vast onder je hand of arm.
Wil je meer weten over een infuus?
- Kijk dan op www.hetwkz-kind.nl of vraag de folder over het infuus.
- Speel de Prik! app. Hiermee kun je precies zien wat we doen als jij een infuus krijgt.